Het geluid van het Grammofoonmuseum

In de korte documentaire Het geluid van het Grammofoonmuseum neemt het museum je in een vogelvlucht mee door hun collectie. Leer meer over het nummer Mary had a little lamb of de reisgrammofoon en kom erachter of het Grammofoonmuseum het bezoeken waard is. 

Het Grammofoonmuseum in Nieuwleusen beheert honderden vierkante meters aan authentieke geluidsapparatuur, zoals te beluisteren grammofoons. De verzameling is bijeengebracht door initiatiefnemer en conservator Jelle Bos.

Het geluid van het Grammofoonmuseum

In het museum wordt ingegaan op het ontstaan, de werking en de historische context van de geluidsspelers. De geschiedenis van het geluid begon in 1877 met de eerste geluidsopname van Thomas Alva Edison. Hij ontwierp de fonograaf en kwam erachter dat door trillingen putjes in het bladtin van zijn model gegraveerd werden. Maar het apparaat had niet zoveel mogelijkheden. In 1888 kwam de concurrent van de fonograaf op de markt: Berliner’s grammofoon, dat een tienjarige ontwikkeling was geweest. De eerste grammofoonopnames waren akoestisch, dat wil zeggen dat de trilling van de naald rechtstreeks in de grammofoonplaat gegraveerd werd. Vanaf 1925 kwamen er ook elektriciteit, versterkers en microfoons aan te pas, dat zorgde voor een zekere kwaliteitsverbetering. In 1945 kwamen de langspeelplaten als voorloper van de de digitale muziek die rond 1980 ontstond.

Voor meer informatie over het verhaal van Museum Arnemuiden bezoek je de website van het museum. Een overzicht van andere musea in de buurt van het Grammofoonmuseum vind je op deze pagina.